Westwall

Het diende als verdedigingsmuur - tegenwoordig deels een biotoop waar zeldzame planten en dieren gedijen - maar ook als herinnering aan het verleden.

Grens als lot en kans

Losheim, een dorp met 240 inwoners in het zuidwesten van het district Euskirchen, heeft een bewogen geschiedenis. In het recente verleden bepaalden de bouw van de Westelijke Muur, de Slag om de Ardennen en de wisselende aansluiting bij Duitsland en België het lot van het dorp. Door de ligging aan de grens hebben de bewoners de Eerste en Tweede Wereldoorlog en de gevolgen daarvan aan den lijve ondervonden.

De Westwall

Na de Eerste Wereldoorlog bouwden veel Europese landen uitgebreide grensversterkingen. Men geloofde dat de moderne verdedigingswerken een afschrikkend effect zouden hebben en conflicten in de toekomst zouden voorkomen. Op 30 oktober 1935 besloot de regering van het Duitse Rijk bijvoorbeeld om de grenzen van het Reich te versterken voor een periode van 15 jaar, d.w.z. tot 1950. Pas na de herbezetting van het gedemilitariseerde Rijnland op 9 maart 1936 begon de uitbreiding in het westen.

De bouw vorderde echter maar langzaam tot 1938, toen Hitler op 28 mei 1938 een oproep deed "voor de versnelde en geïntensiveerde uitbreiding van de westelijke vestingwerken". - Overigens werd de term "Westwall" bedacht met deze oproep. De bouw van de vestingwerken bij Losheim vond plaats in verschillende fasen tussen het midden van 1938 en het voorjaar van 1940. Gepropagandeerd door de nationaalsocialisten als een "beschermings- en vredesmuur", diende de 630 kilometer lange vestinglinie tussen Kleve en Weil a/Rh. eigenlijk als voorbereiding op oorlog, want toen Hitler Tsjecho-Slowakije en Polen binnenviel, bleef het rustig in het westen. Na het einde van de Franse campagne in juni 1940 had de Siegfriedlinie zijn plicht gedaan en werd daarom ontwapend en niet verder gebouwd.

De Slag om de Ardennen

Met de opmars van de geallieerden in de tweede helft van 1944 werden de westelijke vestingwerken weer actueler, want door hun snelle opmars bevonden de Amerikanen zich medio september 1944 al op een breed front bij de Siegfriedlinie en vestigden zich daar. Op de ochtend van 16 december 1944 werd het Duitse tegenoffensief ("Ardennenoffensief") ingezet met als doel de herovering van de haven van Antwerpen om de bevoorrading van de geallieerden te verstoren. Tegen Kerstmis was de opmars tot stilstand gekomen; het Duitse offensief was snel tot stilstand gekomen in het noorden en zuiden, maar had in het midden de Maas bereikt. Het gevolg was dat de Duitse eenheden zich onder druk van de Britse en Amerikaanse luchtmacht moesten terugtrekken op de aanvoerroutes en eind januari 1945 terugvielen naar hun uitgangspositie. Vanwege de vijandelijke aanvallen hadden de meeste inwoners van Losheim het dorp begin oktober 1944 verlaten en trokken westwaarts, sommigen bleven achter om hun bezittingen te beschermen. Uiteindelijk, op 19 november 1944, nam een Amerikaanse overvaller de dappere mannen gevangen en leidde hen naar het bezette achterland.

Tijdens het Ardennenoffensief heroverden de Duitse troepen Losheim en een groot aantal gevluchte militairen maakte meteen van de situatie gebruik om naar huis terug te keren. Met de snelle tegenaanval van de Amerikanen in januari 1945 viel Losheim uiteindelijk in Amerikaanse handen - als gevolg van de ligging aan de Siegfriedlinie waren er tijdens de oorlog meerdere frontwisselingen en maandenlange beschietingen, waarvan acht inwoners het slachtoffer werden. De teruggekeerden vonden het dorp verwoest, de huizen zwaar beschadigd, de tuinen, velden en straten bezaaid met granaattrechters, waartussen dode soldaten en dode dieren lagen. De dode soldaten vonden een tijdelijke rustplaats op de begraafplaats van Losheim, later werden ze overgebracht naar de militaire begraafplaats van Hürtgen.

Verschuivende grenzen

Losheim was al na de Eerste Wereldoorlog het onderwerp van ingrijpende politieke beslissingen. Bij het Verdrag van Versailles (1919) werd het dorp tegen de wil van de bevolking toegekend aan het Koninkrijk België als onderdeel van het (voormalige Pruisische) district Malmedy. Pas na lange onderhandelingen werd een onafhankelijke gemeente Losheim gecreëerd, die op 1 oktober 1921 werd opgenomen in het (voormalige) district Schleiden in het Duitse Rijk. De grensafbakening schond echter de elementaire rechten van de bevolking en elimineerde eeuwenoude structuren met een pennenstreek. In de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog wisselden Amerikaanse en Britse bezetters elkaar af voordat in de nazomer een Belgisch contractbestuur voor een jaar werd geïnstalleerd. Dit werd gevolgd door een Duits bestuur tot 1948. In het Zesmogendhedenakkoord van 22 maart 1949 werd de westgrens van Duitsland gewijzigd en kwam Losheim onder Belgisch bestuur. Uiteindelijk maakte het Duits-Belgische compensatieverdrag, dat op 28 augustus 1958 van kracht werd, een einde aan de ongelukkige jaren van wisselende samenstelling door Losheim op te nemen in de Bondsrepubliek Duitsland. De mensen die direct aan de grens woonden konden kiezen of ze bij Duitsland of België wilden horen, vandaar dat de huidige grens gekarteld is.